Het gaat over verbinden.
Ik kan me alleen verbinden met de ander als ik me kan verbinden met mijZelf. Als ik verbonden ben met mijn afkomst, waar ik vandaan kom. Dan pas kan ik me vullen en compleet zijn en hoef ik me niet meer de leegtes in mijzelf te compenseren met de ander. Verbinden gaat over ontdekken waar je vandaan komt, met alles erop en eraan. Velen van ons zijn die verbinding onderweg kwijtgeraakt of kunnen zich die niet meer herinneren door wat voor reden dan ook. Soms ligt dit moment vele generaties terug of kunnen we niet meer traceren wanneer dit heeft plaatsgevonden. Door op onderzoek te gaan in jeZelf, kunnen we het ons weer herinneren en ons weer compleet voelen. Als ik verbonden ben met mijn erfgoed, dan kan ik in de ogen van de ander zien dat hij een andere “ik” is. Dan pas kan ik me ook verbinden met de ander en waar die vandaan komt. Daarom hebben we in onze huidige maatschappij vaak zo’n moeite om andere groepen op te nemen. Ingeburgerd zijn betekend nog niet geïntegreerd zijn in een andere samenleving. Inburgeren heeft veeal te maken met “aanpassen” je houden aan de regels en gebruiken van je nieuwe land. Maar daarmee verloochen je eigenlijk je eigen erfgoed. Je kan pas integreren als je eerst verbonden ben met je eigen afkomst en cultuur, dan pas is er ruimte voor iets nieuws. Als Indo’s zijn we goed aangepast, de instroom is geruisloos en rimpelloos verlopen, maar we zijn aangepast. Nog steeds worstelen we met loyaliteiten, Nederland/Indië versus Indonesië. Bij wie horen we en blijven we hangen in het vacuüm tussen Nederland en Indonesië. Wat is onze identiteit? Omdat de koloniale last nog niet ten volle is erkend, blijven we hangen in het verleden en herhaald de geschiedenis zich in het vluchtelingen vraagstuk. En blijven we de verschillen tussen culturen zien als achterstand.
Terugkomend op mijn vraag: “Waar dient het systemisch werk voor?” lijkt te gaan om de vragen in de wereld. Hoe kunnen wij met meer harmonie naast en met elkaar leven? Zonder onze eigenheid te verliezen meer “wij”. We lossen het niet op door naar de ander te wijzen, net zoals we dat meestal doen als we slachtoffer zijn en wijzen naar de dader. Maar het ligt in onszelf, het doet een sterk appèl op onze eigen interne zoektocht. Naar waar we vandaan komen en ons daarmee te verbinden. Systemisch werk is daar een bijzonder goed hulpmiddel voor. Zichtbaar maken, wat niet gezien is en waardoor we de verbinding kunnen maken met onze afkomst en ons authentieke zelf.
Als ik weer verbonden ben, kan ik me verbinden met de ander en waar zij verbonden mee zijn. Vanuit het perspectief dat we eigenlijk allemaal met elkaar verbonden zijn, kunnen we “nieuwe” antwoorden vinden op de complexe vragen die we voorgeschoteld krijgen. Op macro, meso en micro nivo. Want ze hebben allemaal met elkaar te maken.
Het systemisch werk is één van de hulpmiddelen. Een goed ritueel om de afkomst en daarmee samenhangende belemmeringen in de verbinding, generationeel te kantelen waardoor de verbinding met de Liefde in het systeem zich kan herstellen.
Daarnaast zullen we ook onze Ziel moeten voeden. Voeding voor de Ziel is essentieel. Elke ervaring in het leven dat gebaseerd is op liefde en verbinding kan ons voeden. Of dit het lezen van een boek is, een ontmoeting met een medemens, het luisteren muziek, een lezing volgen, dat maakt niet uit. Ieder heeft daarin zijn/haar vormen die jouw Liefdevolle Ziel aanraakt. Wat ze met elkaar gemeen hebben is dat het voorkomt uit een inspiratiebron die verbonden is met compassie en Liefde. Dus niet wat het is is belangrijk, maar waaruit het voorkomt is essentieel en brengt ons meer en meer in contact met ons wezen.